Ronnie Leten (Atlas Copco): ‘Als CEO moet je altijd een beetje paranoïde zijn’

De Limburger Ronnie Leten is CEO van Atlas Copco. Hij vormt zo allicht de beste verdediging tegen een verdere afbouw van de vestiging van het Zweedse industriële concern in Wilrijk.

Toen Ronnie Leten (54) ruim twee jaar geleden aan het hoofd van het gerenommeerde industriële concern kwam, werd hij meteen voor de leeuwen geworpen. De economische crisis dwong hem zwaar te hakken in het personeelsbestand van Atlas Copco.

Zowat 6.000 banen gingen verloren, waarvan 500 à 600 in de Wilrijkse luchtcompressorafdeling, de grootste en belangrijkste van de groep. Een harde dobber, want Leten stond er jaren aan het hoofd en verdedigt de vestiging door dik en dun.

“Er is mij al gevraagd wat ik zou doen als Wilrijk over tien jaar zou moeten sluiten. Als ik daarover nadenk, word ik emotioneel. Maar het is een feit dat de loonkosten hier veel te hoog zijn en dat transport voor problemen zorgt. Ik word zenuwachtig als ik zie hoe deze fabriek ingesloten geraakt. Dit bedrijf en zijn toegevoegde waarde zijn in gevaar. Dat is geen dreigement. Het is een probleem van ruimtelijke ordening. We hebben een tekort aan ingenieurs. Maar als jonge ingenieurs dagelijks uren in de auto moeten zitten om hier te geraken, gaan ze ergens anders werken.”

U hebt al gezegd dat het uw zwartste dag zal zijn mocht Wilrijk ooit sneuvelen…

Leten (snel): “Zolang ik hier zit, zal dat niet gebeuren. Vandaag zou dat strategisch fout zijn. Trouwens, management by threat and fear is geen goede leiderschapstijl. Leiden is voorgaan en overtuigen. Ik wil duidelijk maken dat wanneer je efficiënt werkt en inventief en competitief bent, je aan het winnen bent, of het nu hier is of in Zweden of Duitsland. Deze afdeling sluiten kost ons een fortuin. Dat is nu geen valabel scenario.”

Maar u sluit dat op termijn niet uit?

Leten: “Als CEO moet je altijd een beetje paranoïde zijn en alle scenario’s zien, omdat je anders niet op je qui-vive bent. Als je wil winnen, moet voortdurend in combat-stijl klaarstaan. Want winnen is strijden. Atlas Copco heeft nu drie designcentra in China. Die mensen kunnen ook lezen en schrijven. Wij zeggen hier in België wel dat we beter zijn en meer ideeën hebben. En voorlopig klopt dat nog. Maar de dingen veranderen razendsnel.”

“Maar ik wil hier winnen. Als we een efficiënte organisatie kunnen blijven uitbouwen, winnen we goud. China wordt duurder, want de inflatie is er hoger dan hier. We moeten zorgen dat we overleven. De Belgische textielsector is weg en komt nooit meer terug. Als deze fabriek hier weg is, komt ze ook niet meer terug.”

Er is hier intussen al wat afgebouwd. Acht jaar geleden werkten in België ruim 3000 mensen voor Atlas Copco, nu minder dan 2700.

Leten: “Een bedrijf moet nu eenmaal op zoek naar efficiëntie om tot de wereldtop te behoren. Er is geen grote expansie in Europa. De markt is elders sneller gegroeid. België zou zich als land ook moeten profileren als een topspeler. Maar die ambitie hebben we niet en dat stoort me. Ik was vorige week in een netwerkmeeting met Zweedse industriëlen en politici. Daar wordt gediscussieerd over harder werken, meer manufacturing in Zweden, opleiding en energieproblematiek. Een bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid niet neemt in duurzaamheid, wordt er openlijk met de vinger gewezen. Dat is wat België meer zou moeten doen.”

“Ik heb onze Vlaams minister-president Kris Peeters gevraagd wanneer hij met een visie komt. Hij moet ons leiden. Ons weer een droom geven. Wat willen we zijn? Een land van chocola en bier, of een innovatief land? Misschien is de digitale wereld de oplossing, zodat ons personeel niet meer moet pendelen. Maar zijn onze maatschappij, ons scholingssysteem, onze sociale wetgeving en ons digitaal netwerk daar klaar voor? Hoe kunnen we met onze kosten wedijveren met China? Dat winnen we nooit. We moeten een betere weg zoeken in plaats van onze tijd te verliezen met al dat gepalaver”.

Bert Lauwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content