De noodlijdende autobouwer Opel trekt, na maanden getouwtrek, uiteindelijk alle aanvragen voor overheidssteun in Europa in. Dat heeft het moederconcern General Motors (GM) woensdag bekendgemaakt.
Hoewel het moederbedrijf afziet van financiële staatssteun blijft de financiële behoefte voor een bedrag van 3,3 miljard euro om de Opel-dochter te redden bestaan. Dat bedrag is nodig om het bedrijf grondig te herstructureren, maar het proces om de steun bij de onderlinge landen los te weken blijkt veel ingewikkelder en langer te duren dan verwacht, aldus GM.
“Nieuwe tijdrovende, complexe onderhandelingen en verdere onzekere financiering kunnen we ons niet veroorloven”, aldus Opel-baas Nick Reilly, die daarbij verwijst naar de nieuwe producten en technologieën waar het autobedrijf in moet investeren.
Opel kondigde in februari 2010 een investeringsprogramma aan van 11 miljard euro. Ondanks de plannen om af te zien van staatssteun is Opel niet van plan bijkomende fabrieken te sluiten of extra banen te schrappen, verklaarde een woordvoerder van het bedrijf.
In Europa bouwt GM 8.300 van de 48.000 banen af en in Antwerpen gaan de fabrieksppoorten dicht. GM had 1,8 miljard overheidsgaranties gevraagd aan de regeringen van Duitsland, Groot-Brittannië, Spanje, België, Portugal en Oostenrijk. Berlijn had het verzoek begin juni al afgewezen.
