De chemiegroep Evonik heeft bij de sociale onderhandelingen voor zijn arbeiders in de haven van Antwerpen onverwacht ingestemd met een loonsverhoging van 3 procent, bovenop de index.
Dat gebeurde terwijl de bonden in het globaal cao-akkoord voor de sector enkele maanden geleden een maximale loonsverhoging van 0,3 procent hadden goedgekeurd.
Het akkoord bij Evonik zet her en der kwaad bloed in de sector. “Als je deze verhoging optelt bij de indexsprongen van dit en volgend jaar, kom je aan zowat 10 procent”, klinkt het. Evonik beet als eerste grote speler de spits af in de onderhandelingen op bedrijfsniveau, en het akkoord zal door de bonden als leidraad worden gebruikt bij cao-gesprekken in andere bedrijven, vooral in de Antwerpse chemiecluster. Zo is Bayer vorige week met gesprekken gestart en begint Lanxess in september. BASF volgt eind dit jaar.
Evonik wijst op het schrijnende tekort aan werknemers in de chemiesector en zegt zo aantrekkelijker te willen zijn voor nieuwe werknemers en oudere werknemers te stimuleren om langer aan het werk te blijven. Maar Yves Verschueren, de CEO van de sectorfederatie essenscia, vreest dat zo’n loonsverhoging zal wegen op de tewerkstelling. “Dit gaat zich uiteindelijk wreken.
Bedrijven gaan zoeken naar manieren om de totale loonkosten toch stabiel te houden. Dat betekent dat minder werknemers moeten zorgen voor een hogere productiviteit.”
Be.L.
