Jonge ondernemingen vinden moeilijk geld voor doorgroei

© reuters

Geldschieters vinden voor een start-up is nog doenbaar in Vlaanderen, middelen vinden voor vervolginvesteringen is heel wat moeilijker. Dat blijkt uit een enquête uitgevoerd door Business Angels Netwerk Vlaanderen (BAN Vlaanderen).

Geldschieters vinden voor een start-up is nog doenbaar in Vlaanderen, middelen vinden voor vervolginvesteringen is heel wat moeilijker. Dat blijkt uit een enquête uitgevoerd door Business Angels Netwerk Vlaanderen (BAN Vlaanderen).

BAN Vlaanderen ondervroeg zowel business angels als ondernemers die geld hebben gekregen van business angels. Bij de vraag naar de voornaamste hinderpalen voor jonge ondernemingen haalt ‘financiering voor doorgroei’ de hoogste score, 4 op een schaal van 5. ‘Voor een begininvestering van 1 à 5 miljoen euro kan een start-up aankloppen bij een professionele durfkapitalist, voor kleinere bedragen van rond de 100.000 euro tot 1 miljoen euro kan hij terecht bij een business angel,” zegt professor Sophie Manigart, expert in risicokapitaal aan de Vlerick School. “Zodra de start-up in een latere fase nieuwe producten wil ontwikkelen, andere distributiekanalen wil aanboren of wil internationaliseren, zijn er omvangrijker bedragen nodig en gaat het mis. De middelen die beschikbaar zijn vinden vooral hun weg naar projecten van grote, mature bedrijven. Te weinig fondsen leggen zich toe op vervolginvesteringen van jonge ondernemingen.”

Het gat zou volgens Manigart gevuld kunnen worden door de Arkiv’s, dat zijn private durfkapitaalfondsen deels gefinancierd door het Arkimedesfonds van de Vlaamse overheid. “De overheid heeft het Arkimedesgeld echter verspreid over veel Arkiv’s, waardoor die moeten afhaken van zodra grote bedragen op tafel moeten komen.” (JVG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content