Jeroen Poels

‘Jobstudenten zijn geen concurrentie voor laaggeschoolden’

Jeroen Poels CEO van studentenuitzendkantoor Deltaworx

De vrees dat het groeiende succes van studentenjobs de werkgelegenheid voor laaggeschoolden zal verdringen, is onterecht. Studentenjobs en vaste jobs kunnen elkaar perfect aanvullen, zegt Jeroen Poels, CEO van studentenuitzendkantoor Deltaworx.

De studie waaruit blijkt dat jobstudenten almaar meer openstaande vacatures invullen, wekt bij sommigen bezorgdheid. De redenering is dat de banen die onervaren studenten kunnen uitvoeren, jobs zijn die iedereen kan doen. En daardoor zouden de studenten concurrentie vormen voor laaggeschoolde werknemers.

Die stelling is fout. Een student zal nooit kunnen tippen aan de inzetbaarheid van een vaste werknemer. Met 475 uur of omgerekend 62,5 voltijdse dagen kan een student nooit structureel een vaste werknemer vervangen.

Bedrijven kunnen simpelweg niet draaien op studenten alleen. Zo heeft een winkel altijd behoefte aan vaste werknemers die de dagelijkse opvolging kunnen doen, bestellingen kunnen plaatsen, behoeften snel opvangen en met hun productkennis klanten kunnen bijstaan. Een jobstudent die slechts een beperkte periode beschikbaar is, kan daar niet met dezelfde efficiëntie mee omgaan.

Bovendien zijn jobstudenten begrijpelijkerwijs niet bereid als vaste werknemer beschouwd te worden. Net om die reden is onlangs het systeem aangepast: door studenten een maximaal aantal uren laten werken in plaats van een maximaal aantal dagen, zijn ze niet meer verplicht lange dagen te werken.

Jarenlang klaagden studenten over het feit dat ze volledige dagen moesten werken. Wie graag een centje meer verdiende, was verplicht een volledige vakantiemaand te spenderen aan studentenwerk. De 475 urenregel biedt hun eindelijk de mogelijkheid kortere periodes te werken, op momenten dat het hen uitkomt. Bij Deltaworx merken we dat studenten daar gretig gebruik van maken.

Jobstudenten zijn geen concurrentie voor laaggeschoolden

Door de uitgesproken voorkeur van studenten voor kortere werkdagen, tussen de lessen en de studie-uren door, is er net minder concurrentie voor laaggeschoolden die op zoek zijn naar een voltijdse baan. Weinigen op de arbeidsmarkt voelen zich bijvoorbeeld geroepen elke dag tussen 11 en 13 uur te gaan helpen in een broodjeszaak. Daar zijn studenten onontbeerlijk.

Bovendien klopt het niet dat studenten alleen werk van laaggeschoolden kunnen uitvoeren. Almaar meer bedrijven vragen om jobstudenten met een bepaald profiel en een bepaalde opleiding, om specifieke taken op zich te nemen, waarvoor een bepaalde kennis nodig is.

Studenten zijn daar zelf ook vragende partij voor: op die manier kunnen ze relevante werkervaring opdoen, die werknemers als een grote meerwaarde zien op het moment dat studenten zich als vaste werknemers aanbieden op de arbeidsmarkt.

Het hoeft dan ook geen probleem te zijn dat studenten er bewust voor kiezen iets langer over hun studies te doen, zodat ze die kunnen combineren met een studentenjob. Terwijl de student onvervangbare werkervaring opdoet, draagt hij met zijn werk bij aan het bruto nationaal product.

Aan het einde van de rit is studentenwerk dus voordeliger voor de maatschappij, de student én de werkgevers ( zij kunnen een pas afgestudeerde werkkracht mét ervaring aanwerven).

Dat jobstudenten goedkoper en misschien ook flexibeler zijn, hoeft dus geen bedreiging te vormen voor vaste werknemers. Integendeel. Ze kunnen perfect naast elkaar worden ingezet wanneer studenten gebruikt worden als welkome gasten om drukke periodes op te vangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content