‘Je kunt patiënten niet stoppen aan de grens’

© © Franky Verdickt
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Het Amerikaanse biofarmabedrijf Gilead Sciences is de marktleider voor aidsremmers en medicijnen tegen hepatitis C. Over die ziektes heeft Nicolas Gouwy, de Gilead-topman voor België, verontrustend nieuws.

Je kunt haast geen succesverhaal meer schrijven zonder dat Marc Coucke wel ergens de revue passeert. Zo ook bij Nicolas Gouwy, de algemeen directeur voor België van het farmabedrijf Gilead. Hij deed als pas afgestudeerde apotheker in 1993 zijn eerste professionele stappen bij Coucke. De in Ieper geboren en getogen Gouwy werkte nadien voor GSK, UCB, AstraZeneca en Sanofi voor hij eind 2014 aan de slag ging bij Gilead.

Die Californische groep stapte vorig jaar in het kapitaal van het Belgisch-Nederlandse biotechbedrijf Galapagos, maar heeft al veel langer een nauwe band met België. Dankzij het Leuvense Rega-instituut kon Gilead uitgroeien tot het nummer één in aidsremmers (zie kader De cruciale rol van Rega). Gilead is ook de marktleider voor medicijnen tegen hepatitis C, een sluipende leverziekte die het bedrijf in vijftien jaar grotendeels hoopt te kunnen elimineren. Over hiv en hepatitis, en bij uitbreiding ons gezondheidsbeleid, zet de 46-jarige Gouwy iedereen bij deze even op scherp.

Hebt u nooit gedacht ‘Was ik maar bij Omega Pharma gebleven’?

Gouwy: “Neen. Ik zou anders niet staan waar ik nu sta en niet weten wat ik nu weet. En bij Gilead kan ik ook ondernemend zijn. We zijn dan wel het nummer acht in Europa en staan wereldwijd in de top tien, maar we zijn in aantal mensen nog vrij klein. In omzet en impact zijn wij even groot als de GSK’s en AstraZeneca’s van deze wereld, met dat verschil dat zij 30.000 à 40.000 mensen hebben en wij 8000. Ik heb hier veel meer vrijheid om te doen wat ik wil.”

Etienne Davignon is al sinds 1990 lid van de raad van bestuur van Gilead.

Gouwy:“Maar de belangrijkste band met België blijft die met het Rega-instituut in Leuven, waar de virusremmende werking van tenofovir werd ontwikkeld. Dat is de ruggengraat voor al onze hiv-producten. De meest gebruikte aidsremmer ter wereld is ontwikkeld in België. Dat wordt nog vaak vergeten, maar daar mogen we best trots op zijn.”

Is hiv stilaan onder controle?

Gouwy: “Absoluut niet. In België zijn grosso modo 15.000 patiënten in behandeling. Dat is naar schatting 60 procent van het aantal geïnfecteerden. Dat betekent dus dat 6000 mensen al dan niet weten dat ze geïnfecteerd zijn, maar geen of geen afdoende behandeling krijgen. Dat is een tijdbom. Ieder jaar komen er 1000 nieuwe geïnfecteerden bij. Dat is drie per dag.

“Voor alle duidelijkheid: die 60 procent in behandeling is een van de hoogste percentages in de wereld. Zwitserland heeft 69 procent, maar Amerika bijvoorbeeld 30 procent. We doen het dus niet slecht. Maar er blijft 40 procent verbetering mogelijk. Dat kan door een betere screening, maar de hele populatie screenen is duur. Je kunt beter screenen bij de risicopopulaties. Het probleem is dat de wet dat niet toelaat. Wij hebben gevraagd dat te wijzigen en de screening te decentraliseren. De overheid heeft daar oren naar. De wetswijziging zou er binnenkort moeten komen.”

U boekt ook succes in de strijd tegen hepatitis C

.

Gouwy:“Mensen met hepatitis C hebben het virus vaak al tien jaar voor ze erachter komen. In 80 procent van de gevallen wordt het een chronische ziekte, die kan leiden tot levercirrose of leverkanker. Maar sinds twee jaar hebben we een behandeling met krachtige virusremmers. Met een pilletje per dag kunnen de meeste patiënten in drie maanden genezen. Tegen 2030 willen we hepatitis C wereldwijd elimineren. We moeten iets doen. Jaarlijks sterven in ons land gemiddeld 415 mensen aan de ziekte. Hepatitis C is nu dodelijker dan aids. Naar schatting 70.000 Belgen hebben hepatitis C en zowat de helft is zich daar niet van bewust. Maar die 70.000 kunnen wel anderen besmetten. Daar lig ik wakker van. Vorig jaar zijn 1200 mensen behandeld met medicatie van Gilead en dus genezen. Maar er komen elk jaar 2850 gevallen bij. Het is dweilen met de kraan open. Dat heeft minister van Volksgezondheid Maggie De Block ook begrepen. We bekijken hoe we het moeten aanpakken. Je kunt patiënten maar behandelen als je ze kunt identificeren, dus je moet ze screenen. Dat zijn discussies die een aantal jaren geleden nooit werden gevoerd.”

Uw behandeling van hepatitis C is duur. Daarvoor hebt u vooral in de VS heel wat kritiek gekregen. U kunt het de overheid gemakkelijker maken door de prijs te laten zakken.

Gouwy:“Dat heeft er niets mee te maken. Een voorbeeld. Jaren geleden gaven we onze hiv-producten tegen kostprijs aan Afrikaanse landen. We dachten dat iedereen er dan op zou springen. Niets is minder waar. Als de infrastructuur niet volgt, gebeurt er niets. In België is dat hetzelfde. Je moet zorgen dat de patiënten door het systeem gaan, door screening en diagnose.

“Er werd ook overal verkondigd dat één pil 1000 dollar kost. Dat is een mythe, niemand betaalt die prijs. Bovendien moet je dit in de juiste context zien. Het is voor het eerst dat hepatitis C kan worden genezen. De farma-industrie heeft de voorbije tien jaar 50 miljard dollar geïnvesteerd in hepatitis C, en de meeste producten hebben gefaald. Wij zijn er wel in geslaagd een efficiënt product te ontwikkelen. Dat heeft een enorme waarde voor de maatschappij en de patiënten, die zich moet vertalen in de prijs. Anders zal niemand die investeringen meer doen.”

Hoe kijkt Gilead naar België?

Gouwy:“België staat bekend als een markt die traag en gelimiteerd toegang geeft tot innovatie, tegen prijzen die lager zijn dan de gemiddelde Europese prijzen. Maar sinds een dik jaar kijkt Gilead positief naar ons land. Ze weten op het hoofdkwartier dat er een pact is tussen de overheid en de farmasector en dat er eindelijk keuzes worden gemaakt. Nu kan ik intern een totaal ander verhaal brengen en ik zie nu al een effect. Er zijn al nieuwe studies opgestart die we een jaar geleden niet gekregen hadden, omdat België toen niet op de radar stond.”

Een pluim voor Maggie De Block.

Gouwy:“Zij is schitterend bezig. In vorige regeringen leek de doelstelling vooral niets te wijzigen. De Block heeft een ommekeer teweeggebracht. Maar we mogen niet naïef zijn. Nu moeten we ver genoeg gaan en het zware administratieve apparaat, met het Riziv en de mutualiteiten, mee in dat verhaal doen stappen. Dat lukt niet van de ene op de andere dag. Ik hoop dat de minister dit nog vier jaar kan volhouden. Ik ben zeker dat ze in die vier jaar meer zal bereiken dan in de voorbije 40 jaar.

“Dat geen keuzes werden gemaakt, is uiteindelijk ook de oorzaak van die kritiek op hoge prijzen. Men wilde alles in een bepaald budget wringen. Alsof je zegt: ‘ik wil een Porsche, een caravan en een villa met zwembad, maar mijn budget is beperkt.’ Dan ga je uiteraard over prijzen onderhandelen. Maar een Porsche krijg je niet voor de helft van de prijs. Je moet kiezen en misschien die caravan laten vallen. De Block is die keuzes aan het maken. Er is hoop.”

Waar zit ze nog verkeerd?

Gouwy:“Zij en haar team zijn nog nieuw en onderschatten misschien de logheid van de administratie een beetje. Je kunt een pact sluiten en keuzes maken, maar de mutualiteiten en het Riziv moeten die uitvoeren. De politiek mag willen wat ze wil, als de administratie niet volgt, bereik je niets in België.”

Wat stoort u nog aan de Belgische farmasector?

Gouwy: “Behalve dat stuk immobilisme dat we moeten aanpakken, denk ik dat de trein op de rails staat. Maar wat mij in het algemeen stoort, is dat België van het ene been op het andere hinkt. Het klimaat is niet betrouwbaar. Het gedoe rond de excess profit rulings is daarvan een voorbeeld. We denken soms nog dat we een eiland zijn in Europa. Dat is niet zo. Neem hepatitis C. Je kunt patiënten niet stoppen aan de grens. Vluchtelingen hebben infecties, en die moet je behandelen. Dat is een voorbeeld van waar gericht kan worden gescreend. Screen diegenen die mogen blijven en behandel ze. Zo kun je veel onheil vermijden.”

Gilead heeft sinds vorig jaar zowat 15 procent van Galapagos.

Gouwy: “Dat toont de ondernemersgeest aan van onze CEO. John Martin heeft van in het begin, midden jaren negentig, beseft dat hij moest samenwerken met academische centra of kleine bedrijven die sterk staan in O&O. Hij heeft een sterk netwerk opgebouwd en bedrijven overgenomen die met de juiste zaken bezig waren. Galapagos past in dat plaatje. Wij zijn met eigen ontwikkelingen bezig in reumatoïde artritis en de ziekte van Crohn. Galapagos heeft voor die darmziekte een heel sterk product, dat mogelijk kan worden gecombineerd met wat wij hebben. Wij denken in combinaties en kunnen daardoor sneller gaan dan anderen.”

En hoe gaat het dan meestal verder?

Gouwy:“Wij zijn doorgaans niet geïnteresseerd in firma’s, maar in molecules. Als Galapagos enkel een molecule heeft die ons interesseert, houdt het daar waarschijnlijk op. Maar als we elkaar vinden in de ontwikkeling van andere molecules, kan het zijn dat de samenwerking verstevigd wordt, wat kan leiden tot meer contracten, tot een groter aandeelhouderschap of tot een overname, noem maar op.”

Galapagos heeft al eens een klap gekregen, toen zijn vorige partner AbbVie afhaakte.

Gouwy:“Net doordat die het heeft opgegeven, zijn wij in Galapagos gestapt. AbbVie oordeelde kennelijk dat zijn product concurrentieel was met dat van Galapagos en iets sneller op de markt kon komen. Wij gaan ervan uit dat zijn product niet concurrentieel is, maar complementair aan onze producten. Wij zijn trouwens minder dan twee maanden na het afhaken van AbbVie in Galapagos gestapt. Dat bewijst onze snelheid van denken en handelen. Een grote farmaspeler kan dat niet.”

Quo vadis, Gilead?

Gouwy: “Hepatitis C hebben we grotendeels opgelost. In O&O kunnen we daar niet veel meer bereiken. We hebben het geweer daarom van schouder veranderd en kijken naar niet-alcoholische steatose hepatitis. Die leverontsteking is het gevolg van een slechte voeding, een slechte levensstijl of diabetes. Het is een epidemie waar weinig over geweten is en waar nog geen medicatie voor is. Ook daar zijn wij een pionier in. We ontwikkelen drie producten die hopelijk over drie of vier jaar op de markt komen. Ze zitten nu al in fase 3, de laatste testfase op patiënten.

“We werken ook aan een middel tegen ebola, en doen onderzoek in oncologie, vooral voor leukemie, en ontstekingsziekten als reumatoïde artritis en de ziekte van Crohn, waarvoor we samenwerken met Galapagos. We kijken naar orale therapieën of combinaties van therapieën, waardoor mensen zonder injectie een hogere werkzaamheid halen met minder bijwerkingen. Op ons middel tegen ebola zijn we misschien nog wel het meest trots, hoewel we daar waarschijnlijk nooit geld op zullen verdienen.”

Tot slot, hebt u lessen onthouden van Coucke?

Gouwy:“Ja, zorg dat het alle dagen Couckenbak is (lacht). Coucke is heel gedreven. Hij blijft voor zijn keuze gaan, ook bij tegenspoed. Door die gedrevenheid slaagt hij erin mensen achter en rond zich te krijgen, en hij zorgt voor de nodige fun. Ik probeer die recepten hier ook toe te passen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content