‘Interim-management zit in de lift, dat is goed nieuws’

De sector van het interim-management heeft een sterk halfjaar achter de rug. Volgens cijfers van Federgon kende de sector in de eerste zes maanden van 2014 een groei van 5,6 procent. Voor Paul Verschueren een bewijs dat de branche uit het dal kruipt.

De sector van het interim-management heeft een sterk halfjaar achter de rug. Volgens cijfers van Federgon, de federatie voor de hr-dienstverleners, kende de sector in de eerste zes maanden van 2014 een groei van 5,6 procent. Een groot verschil met vorig jaar, toen er een verlies van 8 tot 9 procent was.

Voor Paul Verschueren, director research & economic affairs bij Federgon, een bewijs dat de branche uit het dal kruipt. “Het is een laat-cyclische sector. Wanneer het economisch vertraagt, loopt een aantal opdrachten nog door maar daalt het aantal naar nieuwe opdrachten. Dat de activiteit toeneemt, is dan ook een zeer goed teken.”

Bij het grote publiek bestaat nog altijd het beeld van de interim-manager als een wat ouder kaderlid die aan het einde van de carrière een nieuwe uitdaging zoekt en nog hier en daar brandjes blust in een bedrijf in crisis. Verschueren wil dat beeld sterk nuanceren.

“De tijd is voorbij dat een interim-manager louter crisismanager is. Uiteraard zitten er nog topmanagers bij die in bedrijven snel een acuut probleem oplossen. Maar eigenlijk zijn bedrijven tegenwoordig vooral op zoek naar iemand die bijvoorbeeld kan helpen bij de internationalisering of om een nieuwe productielijn op te starten. Bedrijven halen op die manier externe expertise binnen die ze niet voorhanden hebben. En dus zitten er bij interim-managers mensen uit alle leeftijdsgroepen.”

Externe expertise

Een recent onderzoek van het hr-bedrijf Michael Page over interim-management bevestigt dat beeld. Michael Page vroeg aan werkgevers waarom ze voor interim-managers kiezen. De belangrijkste reden was de externe expertise die ze in huis halen (63,1%). Bovendien wordt de interim-manager gezien als de persoon die een direct antwoord geeft op de kortetermijnuitdagingen, zoals de vervanging van afwezig personeel (58%). Op de derde plaats staat de versnelling van het veranderingsproces en/of crisismanagement (48%). Opvallend is dat acht op de tien werkgevers tevreden zijn over hun interim-managers. “Dat is het percentage dat ook wij in enquêtes vaak terug zien komen”, weet Verschueren.

Opstap naar vaste baan

Professionals die zich als interim-manager aanbieden, zien hun tijdelijke opdracht vaak ook als een opstap naar een vaste baan. En dat is zeker geen ijdele hoop, leert opnieuw het Michael Page-onderzoek.

Bijna 35 procent van de Belgische professionals kreeg aan het einde van hun tijdelijke opdracht een vast contract aangeboden bij hun werkgever. Hier onderscheidt België zich van zijn buurlanden, zij het niet altijd even uitgesproken: 19,9 procent in Frankrijk, 29,8 procent in Nederland en 23,1 procent in het algemeen. Dat is meteen ook een van de beweegredenen waarom kaderleden kiezen voor interim-management: 67,1 procent van de respondenten zei te hopen op een vaste baan, voorafgegaan door de uitbouw van een professioneel netwerk (88,2%), het verwerven van professionele vaardigheden (78,2%) en de garantie om in tijden van economische onzekerheid (72,6%) aan de slag te kunnen blijven.