Het management van Delhaize had de schade kunnen beperken

Net voor de cruciale eindejaarsverkoop is er eindelijk licht aan het eind van de tunnel bij Delhaize België.

Het management kreeg geen greep op het sociaal overleg, nadat het in juni had aangekondigd dat het veertien verlieslatende grote supermarkten wil afstoten, 2500 banen wil schrappen en wil beknibbelen op het loon van de werknemers die aan de slag blijven. Het regende de voorbije maanden stakingen, waardoor de ongeveer 840 winkels geregeld met voorraadproblemen kampten.

De tijd speelde steeds meer in het nadeel van het management. Dat beseften de bonden al sinds de aankondiging van de herstructurering. Hadden de onderhandelingen nog veel langer aangesleept, dan zouden de herstructureringskosten nog explosief stijgen. De sociale onrust zou nog meer toenemen als de wettelijke termijn voor een voordelige uitstapregeling afliep. Stilaan dringt zich de vraag of het management de onderhandelingsstrategie voldoende heeft voorbereid. 2014 wordt een verloren jaar, maar de schade had beperkt kunnen worden.

Ongeacht welke partij het meest uit de brand kan slepen, zit Delhaize nog altijd met een huizenhoog probleem. Het heeft een nieuwe commerciële strategie nodig om te overleven op een verzadigde markt, waar prijsvechters de dienst uitmaken. Zeker de grote supermarkten in eigen beheer – die goed zijn voor ongeveer de helft van de omzet – kunnen zich niet genoeg onderscheiden van de concurrentie, met hun focus op gezondheid en op huismerken als alternatief voor duurdere merkproducten.

Die nieuwe positionering moet ook vlekkeloos worden uitgevoerd op de winkelvloer. Een winkel waar het personeel met tegenzin werk, draait niet en jaagt de klant weg. Daarom moet Delhaize de komende weken het vertrouwen tussen werknemers en de directie herstellen. Anders wordt ook 2015 een verloren jaar.