De dertig grootste banken ter wereld moeten de komende jaren hun buffers verder versterken om een nieuwe financiële crisis zoals die ontstond na de ondergang van Lehman Brothers te voorkomen. Dat blijkt uit nieuwe regels die de internationale toezichthouder Financial Stability Board (FSB) maandag heeft gepubliceerd.
De regels moeten voorkomen dat de ondergang van een grote bank direct een bedreiging zou vormen voor het hele financiële systeem. Door de buffers die daarvoor moeten worden aangelegd, zou het niet langer nodig zijn om banken met belastinggeld te redden.
Chinese banken
De betreffende banken moeten voor 2022 nog maximaal 1.100 miljard euro aan extra kapitaal zien te vergaren om aan de nieuwe regels te voldoen. Het grootste bedrag moet worden bijeengebracht door banken in opkomende markten, waarbij het vooral gaat om Chinese banken.
De nieuwe maatregelen betreffen de totale buffer die banken hebben om verliezen op te vangen (‘total loss absorbing capacity’). Die moet begin 2019 minstens 16 procent van de, naar risico gewogen, uitstaande leningen bedragen. Drie jaar later geldt een eis van minimaal 18 procent. Banken uit opkomende markten krijgen zes jaar langer de tijd om aan de eisen te voldoen, dus tot 2025 en 2028.
“Deze maatregelen helpen het systeem te veranderen”, zei FSB-voorzitter Mark Carney. “Individuele banken worden nu samen met hun investeerders en schuldeisers verantwoordelijk voor de kosten van hun eigen daden.”
Op de lijst van dertig zogeheten systeembanken waarvoor de regels gelden, staan onder meer HSBC, JPMorgan Chase, BNP Paribas, Deutsche Bank, Credit Suisse, UBS en ING. (Belga/NS)
