Gerhard Schneider: ‘Audi investeert de komende jaren elk jaar 100 miljoen euro in Vorst’

© belga

Afscheidnemend directeur van Audi Brussels, de Duitser Gerhard Schneider, is er rotsvast van overtuigd dat de fabriek in Vorst overeind blijft in de groep.

Audi kon de voorbije week alweer heerlijke cijfers bekendmaken. De wereld blijft maar kicken op het Duitse premiummerk, dat de slogan ‘Vorsprung durch Technik’ koestert. Vooral de nieuwe rijken in China willen tonen dat ze geld hebben. Audi verkocht er vorig jaar een half miljoen wagens of 28 procent van de totale verkoop van 1,75 miljoen stuks. Daarmee is het Rijk van het Midden nu de belangrijkste markt voor Audi.

Audi zat eind vorig jaar op een berg liquide middelen en geldbeleggingen van liefst 41 miljard euro. Wat Audi doet met dat geld? Investeren. De volgende vier jaar gaat 22 miljard euro naar nieuwe modellen, innovatie (vorig jaar ging 4 miljard euro naar O&O) en nieuwe assemblagefabrieken. Het jaarverslag somt een rist investeringen op.
Alleen: de Audi-fabriek in Vorst staat daar niet tussen. “Gemiddeld zullen we de volgende jaren elk jaar 100 miljoen euro in Vorst investeren”, sust Gerhard Schneider, de afscheidnemende directeur van Audi Brussels. “Ik ben er vast van overtuigd dat deze fabriek blijft bestaan.”

Schneider verdedigt ‘zijn’ fabriek met veel enthousiasme en vuur. Voor de inwoner van Ingolstadt was het zijn eerste langere buitenlandse ervaring. “En ik vond die bijzonder aangenaam. Ich bin sehr stolz auf meine Mannschaft”, oordeelt Schneider. “In Vorst heb je een combinatie van de Duitse werkmethode met Belgische creativiteit. Die mix is fantastisch. En met een aantal vakbondsmensen heb ik intussen hechte vriendschapsbanden.”

Maar Schneider heeft vooral de markt mee. De fabriek in Vorst is de exclusieve producent van de Audi A1. Het kleinste model, voor de jonge koopkrachtige stadsmens, is een onverhoopt succes. De productie is intussen in twee fases opgetrokken van 80.000 naar 120.000 exemplaren. Vorig jaar ging de verkoop weliswaar lichtjes achteruit, met 800 stuks. Maar ook dat is een succes. Een model heeft een levenscyclus van zes jaar. De A1 is al voorbij halfweg, waardoor de verkoop normaal al tot 8 procent per jaar zou moeten zakken.

“Wij hebben geluk”, vindt Schneider. “We hebben het juiste product in de markt gezet. Dat verklaart mee het verschil met Opel Antwerpen en Ford Genk. Maar ik wil geen gezeur over toenemende concurrentie. Concurrentie is in essentie en op de langere termijn heel positief. Het dwingt je constant te verbeteren. Ik vergelijk het met een roltrap die naar beneden gaat, terwijl jij naar boven wilt. Je moet voortdurend in beweging blijven en continu verbeteren.”

Wolfgang Riepl in Ingolstadt

Het volledige portret leest u in Trends van deze week, vanaf donderdag 20 maart.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content