Fost Plus ligt onder vuur

© belga

Fost Plus, de instantie die in ons land belast is met het verpakkingsafval, ligt onder vuur van zowel de privébedrijven als de gemeentelijke organisaties die de inzameling voor hun rekening nemen.

Volgens algemeen directeur Werner Annaert van Febem, de federatie van bedrijven voor milieubeheer, zijn er steeds minder privébedrijven geïnteresseerd in aanbestedingen om in bepaalde landsdelen de ophaling nog te doen. “Fost Plus kijkt zodanig naar de kosten dat het voor de bedrijven niet mogelijk is om de kwaliteit te verbeteren. Door de crisis heeft een aantal ook geleerd dat het misschien beter is geen klant te hebben dan een ongezonde klant.”

Ook bij Interafval, dat de gemeentelijke afvalintercommunales overkoepelt, klinkt kritiek. “Fost Plus wordt wettelijk verondersteld de volledige kosten te dragen voor het ophalen van het verpakkingsafval. Ze komen nu amper aan drie vierde van de totale som”, fulmineert coördinator Christof Delatter. “Glasinzameling aan huis wordt amper vergoed, maar voor het onderhoud en de opkuis van glasbollensites betalen ze niet. Wat mij betreft mogen de overheden hun erkenning intrekken.”

Nochtans kan Fost Plus knappe resultaten voorleggen. Ongeveer 92 procent van de 800.828 ton verpakkingen die in 2009 op de Belgische markt kwamen, werden aangegeven bij Fost Plus. Daarvan werd 680.987 ton gerecycleerd, en nog eens 25.086 ton verbrand met energierecuperatie, waardoor maar liefst 96,5 procent een nuttige toepassing kreeg.

Volgens algemeen directeur William Vermeir is er dan ook weinig aan de hand. “Privé en publieke sector halen elk zowat de helft van de aanbestedingen binnen. Wij proberen de markt zo aantrekkelijk mogelijk te maken, maar wij zijn een vzw die van onze 6000 leden een budget heeft gekregen van ruim 100 miljoen euro. Dat geld willen wij tot de laatste cent gebruiken voor wat het is bedoeld: de inzameling en recuperatie van het verpakkingsafval. En na vijftien jaar hebben wij de expertise om te weten hoeveel dat kost, zeker als sommigen 50 en zelfs 100 procent boven onze referentieprijs zitten. Dus indien nodig treden wij na een openbare aanbesteding in onderhandeling.Wie vindt dat wij de wet niet respecteren, moet maar naar de overheid en de rechter stappen.”

L.H.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content