Eandis krijgt veel op zijn bord

© Belga
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Over de instap van een Chinees staatsbedrijf in de netwerkbeheerder Eandis is de jongste weken veel inkt gevloeid. Alsof het bedrijf aan uitdagingen een gebrek had.

De gemeentelijke vennoten van de gas- en elektriciteitsnetbeheerder Eandis moeten zich op 3 oktober uitspreken over de intrede van het Chinese staatsbedrijf State Grid. De Aziaten bieden liefst 830 miljoen euro voor een belang van 14 procent. Maar almaar meer waarnemers en betrokkenen stellen zich vragen over de bedoelingen van de Chinezen. Een aantal gemeenten, met de grootste Eandis-aandeelhouder Gent op kop, wil daarom de beslissing op zijn minst uitstellen.

Dat Eandis de interesse van de Chinezen opwekt, mag niet verwonderen. Het Vlaamse bedrijf is de beheerder van een elektriciteits- en gasnet. “Maar de Aziaten kijken veel verder”, stelt een bij het dossier betrokken financiële expert. “Het gaat minstens evenveel om big data. Eandis komt in 80 procent van de Vlaamse huiskamers binnen. Met de aanstormende digitalisering van de energiemarkt nemen ze een strategische positie van formaat in.”

Eandis heeft geld nodig. De energietransitie zal investeringen vergen om hernieuwbare energie te integreren in het energiesysteem en de netten slimmer te maken. State Grid kondigt in zijn bindend bod zelfs aan het Vlaamse netbedrijf daarbij te willen ondersteunen. Maar dat argument lacht Ronnie Belmans, CEO van Energyville en algemeen directeur van de Global Smart Grid Federation, weg. “Daar hebben de Chinezen nul komma nul ervaring mee.”

De lat ligt hoog

Niemand had het monsterbod van de Chinezen verwacht. Het project Volta, zoals de zoektocht naar een private partner werd genoemd, ging in augustus vorig jaar van start. Eandis kondigde toen aan dat het zijn structuur vereenvoudigde – de achterliggende zeven intercommunales worden gefuseerd tot Eandis Assets – en dat het kapitaal werd opengesteld voor een nieuwe speler. Die moet het eigen vermogen versterken en de schuldgraad beperken. Dat was nodig na het wettelijk verplichte vertrek van Electrabel.

Van de zeventig gecontacteerde partijen toonden 21 interesse, waarvan vijf een bod uitbrachten. Drie van hen brachten op 27 mei een bindend bod uit: de pensioenfondsen APG uit Nederland en AustralianSuper/IFM uit Australië, en State Grid Europe Ltd, een kleindochter van State Grid Corporation of China (SGCC). Met de Chinezen werd op 29 juni een toetredings- en deelnemersovereenkomst getekend, die nu wacht op goedkeuring.

Van de orkaan die door de energiesector waait, hebben de netwerkbedrijven hooguit een paar druppeltjes gevoeld

De financiële expert waarschuwt dat de hoge prijs die State Grid bereid is te betalen, de interesse van andere institutionele partijen in de toekomst fors dreigt te bekoelen. “Die mikken op een rendement van 4 tot 5 procent, terwijl de Chinezen genoegen nemen met 2 tot 3 procent. Zij hebben de lat zeer hoog gelegd. Die som willen ze terugverdienen. Ofwel door de rekening door te schuiven naar de consument, ofwel door allerhande apparatuur te laten leveren door andere Chinese staatsbedrijven.” Bij Eandis wijst woordvoerder Simon Van Wymeersch er echter op dat de private partner nooit meer stemrechten kan bezitten dan 20 procent min 1, om te vermijden dat die partner al te zwaar zou kunnen wegen op het beleid.

De gemeenten blijven de belangrijkste aandeelhouder. Dat is historisch gegroeid. Eandis is een kind van de liberalisering van de energiemarkt. Voor de vrijmaking in 2002 stonden de intercommunales in voor de distributie van gas en elektriciteit op het grondgebied van de bij hen aangesloten gemeentes. Een deel deed dat zelf en vormde later Infrax. Dat bedrijf ontpopte zich tot een complete dienstverlener voor de gemeentes. De grootste groep ging voor het beheer van die netten in zee met Electrabel. Dat kreeg 30 procent van de aandelen, moest decretaal uitstappen tegen 2018, maar deed dat al in 2014.

Als monopolist keert het bedrijf een mooi jaarlijks gegarandeerd dividend uit. Zo kregen de zeven intercommunales (Imea, Imewo, Gaselwest, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas) die de eigenlijke distributienetbeheerders zijn – Eandis is een werkmaatschappij, die haar diensten doorfactureert tegen de kostprijs – vorig jaar 185 miljoen.

Intense samenwerking

Toch is Eandis meer dan alleen een geldkoe voor de gemeenten. De uitdagingen voor het bedrijf zijn niet min. Het halfjaarverslag 2016 leest als een opsomming van wat er op het bedrijf afkomt. Zo krijgen in Roeselare, Kuurne-Harelbeke (via een joint venture met Infrax, Warmte@Vlaanderen) en Turnhout de eerste warmteprojecten vorm, die een valabel alternatief kunnen zijn voor klassieke gasnetten.

Aan die gasnetten is in veel gemeenten nog werk. Nu wordt laagcalorisch gas gebruikt. Dat is afkomstig van de Nederlandse gasvelden, maar in het huidige tempo is dat in 2033 op. De netten en de installaties van de gebruikers moeten enkele jaren daarvoor worden aangepast om ook hoogcalorisch gas te kunnen verwerken. Al is de impact daarvan relatief, voorspelt Dirk Van Evercooren, woordvoerder bij de Vlaamse energieregulator VREG. “De aanpassing zal worden gefinancierd door een federaal fonds. Voor Eandis zal het eerder een operationeel probleem worden dan financiële kosten.”

Ook intensifieert Eandis de samenwerking met Infrax. Hoewel de VREG geen voorstander is, lijkt het oude idee van sommige politici om op termijn naar één Vlaamse netbeheerder te gaan niet definitief opgeborgen. Toch is er minstens tot 2019 een standstill tussen de twee netbeheerders, waarbij ze niet op elkaars terrein komen. Dat belet hen niet samen te werken rond bijvoorbeeld de slimme meters, en samen te bekijken waar nog synergie zit.

Die synergie zoeken ze ook met andere nutsbedrijven, zoals de watergroepen Farys en De Watergroep, het telecombedrijf Proximus en nog enkele anderen in Synductis, dat nutswerken goedkoper, eenvoudiger en met minder hinder wil laten gebeuren.

Uitdagingen

De netbedrijven zullen een visie moeten ontwikkelen om de groene-energieproductie efficiënt te gebruiken

De grootste uitdaging is echter de energietransitie en het slimmer maken van onze netten. “Van de orkaan die door de energiesector waait, hebben de netwerkbedrijven hooguit een paar druppeltjes gevoeld”, grijnst André Jurres, topman van het groene-energiebedrijf NPG Energy. Terwijl tal van energieproducenten en -verkopers rode cijfers schrijven door de lage marktprijzen, krijgen de gemeentelijke aandeelhouders tot nu toe netjes elk jaar een dividend.

“De netbedrijven zullen een visie moeten ontwikkelen om de groene-energieproductie efficiënt te gebruiken”, vindt Jurres. Ook moeten ze de pieken in het verbruik zoveel mogelijk aftoppen. Denk aan de avonduren, wanneer gezinnen massaal koken, verwarmen, afwassen en binnen enkele jaren misschien de elektrische wagen opladen. “Als jij een batterij in je huis hebt, zal Eandis dat moeten weten. Aan het einde van de rit zullen ze het gebruik ervan zelfs moeten kunnen sturen. Dat klinkt big brother-achtig, maar als we de klimaatbeloften van Parijs willen waarmaken, dan hebben we nog dertien jaar om het CO2-verbruik te reduceren met 35 procent. Dat gaan we allemaal voelen.”

“Eandis en Infrax moeten leren het net niet alleen te bewaken, maar het ook te gebruiken tot op de limiet van de fysieke mogelijkheden”, voorspelt Belmans. “Nu hanteren ze soms veiligheidsmarges van 50 procent. Daarom moet ook hun financiering worden herbekeken. Nu worden ze vergoed voor de meters kabel die ze in de grond stoppen. Maar het opvangen van de groeiende vraag naar elektriciteit zal zonder die actieve sturing veel duurder uitvallen.”

Ronnie Belmans verwijst naar Groot-Brittannië, waar de netbeheerders een deel van hun omzet in een carbon reduction fund moeten stoppen, waarmee milieuvriendelijke projecten worden opgestart. “Dat bedrag zijn ze hoe dan ook kwijt: ofwel financieren ze er projecten mee, ofwel gaat het af van hun tarieven voor het daaropvolgende jaar.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content