De vraag om overheidssteun voor de Europese activiteiten van General Motors leidt tot onenigheid in de Duitse federale regering. Vooral de minister van Economie, Rainer Brüderle (FDP), is gekant tegen de overheidshulp. Dat meldt het weekblad Trends.
General Motors vraagt meer dan een miljard euro subsidies. Als de Amerikaanse autoproducent geen overheidsgeld krijgt, zouden er ook in Duitsland fabrieken dichtgaan.
Het Duitse weekblad Der Spiegel meldde onlangs over de affaire. De Duitse federale regering schoof de hete aardappel voortdurend vooruit. Na de deelstaatverkiezingen in Noordrijn-Westfalen, waar de meerderheid van christendemocraten en liberalen een nederlaag leed, kan de knoop worden doorgehakt. Maar Rainer Brüderle was ook al vóór de verkiezingen sceptisch over de staatshulp. De autosector ondergaat een zware crisis. Volgens Brüderle is het daarom verkeerd om één enkele autoproducent te steunen. Bovendien heeft de minister van Economie weinig vertrouwen in het saneringconcept van GM.
Kabinetmedewerkers hebben een verslag gereed dat die stelling ook juridisch zou moeten onderbouwen. Opel zou aanspraak kunnen maken uit geld van een fonds, dat de Duitse overheid na de bankencrisis in het najaar van 2008 oprichtte. Dat fonds geeft steun aan ondernemingen die fundamenteel gezond zijn, maar tijdelijk door de bankencrisis werden getroffen. Uit de verkoopcijfers van Opel blijkt echter dat de neergang van het concern al inzette vóór het oplaaien van de bankencrisis.
Der Spiegel twijfelt echter of Brüderle zijn zaak hard kan maken. Uiteindelijk beslist de meerderheid van christendemocraten en liberalen. Bondskanselier Angela Merkel (CDU) denkt daarbij ook aan de belangen van de deelstaten waar Opel vestigingen heeft. De belangrijkste vestiging is in Hessen, waar partijgenoot Roland Koch minister-president is.
W.R.
