Ondanks toenemende dieselprijzen zullen bedrijven blijven opteren voor dieselwagens, blijkt uit een reactie van leasebedrijven.
De federale regering wil tegen 2018 het prijsverschil tussen een liter diesel en een liter benzine wegwerken. Dat zou diesel duurder maken en benzine goedkoper. Doel van de maatregel is minder wagens op diesel te laten rondtoeren, wat beter is voor het milieu.
Maar volgens leasebedrijven zullen de hogere dieselprijzen bedrijven niet massaal aanzetten om naar benzinewagens over te schakelen, meldt De Standaard woensdag.
Wie met een bedrijfswagen rijdt, maalt in de meeste gevallen veel kilometers. Aangezien diesel traditioneel goedkoper is dan benzine en een dieselwagen zuiniger is in verbruik, ligt de keuze voor een dieselauto voor de hand. Maar niet voor lang, dus.
Doordat een dieselwagen duurder is in aankoop, is die vandaag alleen voordelig voor wie meer dan 15.000 kilometer per jaar rijdt. Als het verschil tussen de brandstofprijzen wordt weggewerkt, stijgt dat omslagpunt naar ongeveer 20.000 kilometer, legt Leaseplan uit.
Dat betekent evenwel niet dat er – wat bedrijfswagens betreft – een grote omschakeling van diesel- naar benzinewagens aankomt.
Toch niet volgens Jan De Vos van KBC Autolease. “Een gemiddelde bedrijfswagen rijdt 30.000 kilometer per jaar. En het effectieve verbruik van een dieselmotor ligt 20 tot 25 procent lager”, zegt De Vos in De Standaard. “Bedrijven zullen bijgevolg blijven kiezen voor een dieselwagen”, voegt hij eraan toe.
Bedrijfswagens maken 10 tot 15 procent uit van het wagenpark. (DS/BO)
