De minimumprijzen voor tabak die in ons land gelden, zijn niet in strijd met de Europese regels. Dat heeft het Europees Hof van Justitie woensdag geoordeeld.
Colruyt had die minimumprijzen aangevochten, nadat de warenhuisketen in België werd vervolgd omdat hij tabakswaren onder de prijs op de fiscale zegel had verkocht, maar krijgt nu dus ongelijk.
Colruyt riskeert een geldboete wegens illegale tabaksreclame. Colruyt zou het verbod op tabaksreclame op vier manieren overtreden hebben: door tabak te verkopen onder de prijs die op de fiscale zegels staat, door hoeveelheidskortingen te geven, door op bepaalde data extra kortingen te geven en door de zogenaamde “kampkortingen” die aan jeugdbewegingen werden toegekend.
“Geen reclame”
De warenhuisketen volgt die redenering niet. Voor Colruyt maakt de prijs van een product onderdeel van de verkoop en kan dit niet beschouwd worden als reclame. Bovendien zou een veroordeling ingaan tegen de regels van de Europese Unie. Volgens een richtlijn uit 2011 leggen fabrikanten en invoerders weliswaar de maximumprijs vast, die op de fiscale zegels staat, maar mag de overheid geen minimumprijs vastleggen. Minimumprijzen vastleggen voor tabaksproducten zou ook ingaan tegen het vrij verkeer van goederen en tegen de vrije mededinging.
Het Hof van Beroep besliste in mei vorig jaar de zaak voor te leggen aan het Europees Hof van Justitie. De advocaat-generaal oordeelde in april reeds dat de wettelijke minimumprijzen in ons land stroken met het Europees recht.
En ook in zijn arrest van woensdag stelt het Hof dat de EU-regels zich niet verzetten tegen de Belgische regeling waarbij detailhandelaars geen tabaksproducten mogen verkopen onder de prijs die de fabrikant of importeur op de fiscale zegel heeft gezet. (Belga/NS)
