Het Britse olieconcern BP ziet de kosten die verband houden met de olieramp in de Golf van Mexico oplopen tot 3,12 miljard dollar. Dat meldt het concern maandag zelf in een persbericht.
Zondag 4 juli slaagde BP erin, na het plaatsen van twee systemen om de olie op te vangen, 25.198 olievaten te recupereren. Dat brengt het totale aantal opgevangen vaten, sinds de vervuiling eind april, op 585.400. Voorts maakte het olieconcern bekend dat de werken om de olie aan de oppervlakte op te ruimen opnieuw van start zijn gegaan. Die werken werden voor drie dagen stilgelegd als gevolg van de tropische storm Alex.
Ondanks alle geleverde inspanningen blijft er dagelijks massaal olie in zee stromen. Volgens Viktor Mikhailov, de Russische ex-minister voor Kernergie, verspilt BP zijn tijd met alle verwoede pogingen om het lek te dichten. Mikhailov is ervan overtuigd dat het lek enkel kan worden gedicht door een nucleaire explosie van 10 kiloton. Mikhailov heeft deze drastische methode in de jaren zeventig ‘met succes’ toegepast om gaslekken onderzee te dichten.
Naar eigen zeggen heeft BP al 95.000 aanvragen voor een schadevergoeding ontvangen. Er zouden intussen al ruim 47.000 betalingen voor een totaal van 147 miljoen dollar zijn uitgevoerd.
Maandag meldde de Washington Post nog dat BP – ondanks de olieramp – een van de belangrijkste brandstofleveranciers van het Amerikaanse leger blijft. Het Pentagon en BP zouden voor het huidige boekjaar samen contracten hebben ondertekend voor minstens 980 miljoen dollar. Tijdens het boekjaar 2009 was BP de belangrijkste brandstofleverancier van het Amerikaanse leger en leverde daarbij 11,7 procent van de brandstof die werd aangekocht door het Pentagon.
