‘Belgische economie kent tijdelijke dip’

© belga

De Belgische economie kent een beperkte terugval, maar die zou tijdelijk van aard zijn. Dat blijkt uit de halfjaarlijkse conjunctuurbalans van werkgeversorganisatie VBO.

Na een beter dan verwacht 2017 werd de eerste helft van 2018 gekenmerkt door een relatieve verzwakking van de conjunctuur in België, blijkt dinsdag uit de zesmaandelijkse conjunctuurbalans van het VBO.

De vier slabakkende sectoren zijn die van de textiel, autoassemblage, handel en de grafische industrie. Daarvan hadden de eerste twee vooral te lijden onder de sterke euro en de stijging van de grondstofprijzen, twee factoren die de exportprijzen de hoogte injoegen en de competitiviteit van de Belgische bedrijven aantastten.

De sectoren van de handel en de grafische industrie droegen de gevolgen van de veranderende gewoontes van de consument die steeds meer kiest voor digitaal.

Het optimisme over de vooruitzichten is in vergelijking met 2017 ietwat getemperd, vooral dan in de industriële sectoren. Waar zij in november 2017 de toekomstig nog rooskleurig inschatten, verwachten ze nu geen verbetering noch een verslechtering. Het VBO ziet daarvoor verschillende verklaringen: de waardering van de euro tegenover de dollar, de stijgende olieprijs en de Europese groei die in de eerste jaarhelft een vertraging optekende. De meeste dienstensectoren (interim, ICT, banken en autohandel) en de bouwsector behouden wel hun optimistische vooruitzichten, terwijl de distributie en de hout- en meubelproducenten eerder pessimistisch zijn.

Handelsconflict

De meeste sectoren lijken ook hun adem in te houden voor de gevolgen van de handelsspanningen tussen de VS en China. “Meer moeilijkheden om naar de VS te exporteren, zou de Chinese ondernemingen ertoe kunnen aanzetten om hun productieoverschotten op de Europese markt af te zetten, wat de Belgische producenten verder onder druk kan zetten”, aldus het VBO.

Volgens een bevraging vreest 61 procent van de sectoren voor een negatieve impact op hun activiteit, waarbij vooral de staalnijverheid en de chemische sector de evolutie somber inschatten.

Het VBO blijft niettemin uitgaan van een economische groei voor ons land van 1,75 procent voor dit jaar. In vergelijking met 2017 zal die groei wel wat meer gedragen zijn door de binnenlandse vraag, zegt de werkgeversfederatie. Voor 2019 wordt momenteel gerekend op een groei van 1,8 procent, op voorwaarde dat de vele onzekerheden en risico’s (Amerikaans-Chinese handelsoorlog, brexit, de federale verkiezingen, …) onder controle kunnen worden gehouden.

Tijdelijke dip

De groeivertraging in de eerste zes maanden van dit jaar moet volgens het werkgeversverbond veeleer gezien worden als een adempauze of een aarzeling dan als het begin van een langdurige neergang. Een bewijs daarvoor ziet het VBO in het feit dat de verwachtingen rond rendabiliteit stabiel blijven.

Positief is voorts dat de investeringsplannen van de Belgische ondernemingen op een hoog peil blijven. Acht van de 21 sectoren – één sector meer dan in november – gaan ervan uit dat ze in de loop van de komende zes maanden meer zullen investeren.

Een kanttekening: waar in november vooral de industrie hoge verwachtingen koesterde, zijn het nu de dienstensectoren -en in het bijzonder de banksector, grafische industrie en de distributie- die uitgaan van een toename.

Werkgelegenheid

Wat de werkgelegenheid betreft verwacht 70 procent van de sectoren een stabilisering. We hoeven ons dus niet meteen te verwachten aan een grote golf van delokaliseringen of herstructureringen, concludeert het VBO. Toch is ook hier sprake van een getemperd optimisme.

Waar het laatste halfjaar van de 2017 nog acht sectoren van plan waren om aan te werven, zijn dat er nu nog slechts vier (machinebouw, bouw, ICT en interim). Naar de regeringen toe lanceert het VBO tot slot de oproep om te stoppen met kibbelen en de verschillende structurele zwaktes aan te pakken, zoals de krapte op de arbeidsmarkt en de mobiliteitsknopen rond grote steden als Brussel en Antwerpen.

Het werkgeversverbond houdt eveneens een pleidooi voor een meer activerend beleid van VDAB, FOREM en Actiris en wil dat er ingezet wordt op een efficiëntere samenwerking tussen die regionale arbeidsbemiddelaars.

Partner Content