De Amerikaanse overheid stapt volledig uit de autoreus General Motors (GM). De resterende aandelen worden verkocht, wat niet zonder gevolgen blijft voor de Amerikaanse belastingbetaler.
De Amerikaanse overheid heeft beslist – mogelijk nog voor het einde van het jaar – de resterende 31,1 miljoen gewone aandelen in GM te verkopen. Het moment waarop dat zal gebeuren, is afhankelijk van de marktomstandigheden en het handelsvolume, aldus het ministerie.
De verkoop van GM-aandelen blijft niet zonder gevolgen voor de Amerikaanse belastingbetaler. Mogelijk zal de belastingbetaler in de VS 10 miljard dollar in rook zien opgaan als gevolg van het reddingsplan voor de autoreus.
Al In september kondigde het ministerie een verkoopronde voor haar aandelen GM aan. In die ronde werden 70,2 miljoen aandelen verkocht. Op die manier kon de overheid tot vandaag 38,4 miljard euro recupereren van het door de belastingbetaler gespekte reddingsplan van 49,5 miljard dollar. Tegen de huidige koers zou het ministerie door de verkoop van de resterende aandelen nog eens 1,2 miljard dollar kunnen recupereren, wat het volledig gerecupereerd bedrag op 39,6 miljard dollar brengt.
GM kreeg in 2009 na een faillissement een noodinjectie van 49,5 miljard dollar van de Amerikaanse regering. Daarbij kreeg de overheid een belang van 60,8 procent in het autoconcern. In november 2010 werd GM naar de beurs geloodst, waardoor het belang van de overheid bijna halveerde.
“Het is nooit onze bedoeling geweest winst te maken, ons doel bestond erin de Amerikaanse auto-industrie te redden”, liet een ambtenaar van het ministerie, die anoniem wenst te blijven, optekenen door het persagentschap Reuters.
Intussen is de Amerikaanse autobouwer General Motors weer winstgevend. (Reuters/BO)
