De Zwitserse grootbanken UBS en Credit Suisse krijgen door de Zwitserse autoriteiten strengere kapitaalnormen opgelegd dan die die in het internationale Basel III-akkoord werden voorgeschreven.
In het Basel III-akkoord wordt een kapitaalbuffer van minimaal 7 procent van de risicovolle activa opgelegd. Nu een onderzoekscommissie – op vraag van de Zwitsere autoriteiten – de financiële fitheid van de bankreuzen onder de loep heeft genomen, wordt de buffer opgetrokken tot 19 procent. Ze krijgen tot eind 2018 de tijd om zich naar de nieuwe eisen te schikken.
De voorstellen van de commissie, die wel nog moeten worden goedgekeurd door de overheid, zouden een doorstart kunnen betekenen voor de zogenaamde CoCo’s (contingent convertible bonds). Volgens berekeningen van het persagentschap Bloomberg zouden beide banken volgens de nieuwe richtlijnen 72 miljard Zwitserse frank moeten onderbrengen in dergelijke obligaties.
De Zwitserse overheid pompte in 2008 6 miljard frank in de noodlijdende grootbank UBS, die in de problemen was gekomen door de wereldwijd verspreide toxische activa.
