Antonio Garcia Martinez: ‘Silicon Valley is de offers bijna nooit waard’

ANTONIO GARCIA MARTINEZ "Silicon Valley kan bijna nergens ter wereld worden overgedaan." © National
Filip Michiels Freelancejournalist

Het sprookje van Silicon Valley, de meest gehypete ondernemersregio van het voorbije decennium, is lang niet altijd zo mooi als het klinkt. Antonio Garcia Martinez, een ex-werknemer bij Facebook en luis in de pels: “90 procent van de nieuwe ideeën haalt het niet.”

Antonio Garcia Martinez begon zijn carrière bij Goldman Sachs in New York, maar verkaste op de vooravond van de financiële crisis naar Californië. Hij kreeg er de finesses van online-advertising onder de knie en richtte een bedrijfje op. Dat werd al snel overgenomen door Twitter, waarna Martinez voor Facebook aan de slag ging. Na zijn vertrek daar besloot hij een boek te schrijven waarin hij terugblikt op vijf turbulente jaren in de fast lane van Silicon Valley. Chaos Monkeys – nu ook in het Nederlands uitgebracht als Start-upmania – biedt een ontnuchterende blik achter de schermen van “the last American dream“, zoals Martinez de Bay Area in San Francisco omschrijft. Het boek werd in Silicon Valley verrassend positief onthaald en door The Atlantic uitgeroepen tot ‘best business book of the summer‘. We spreken Martinez via Skype van op zijn boot in San Francisco Bay, waar hij broedt op een tweede boek en af en toe wat bijklust als consultant. “Nee, ik ben nog niet binnen.”

Europeanen adoreren Silicon Valley als het symbool van de succesvolle Amerikaanse ondernemerscultuur. Na het lezen van dit boek vraag ik me af waarom.

Martinez: “Zowel in de Verenigde Staten als in Europa leeft een ietwat naïeve perceptie over Silicon Valley en de twee reuzen daar, Facebook en Google. Die bedrijven verdienen nog altijd ons respect, maar bij Facebook ben ik getuige geweest van enorme missers en eclatante mislukkingen. Een heel beperkt aantal bedrijven in Silicon Valley heeft, meestal door toeval, het geluk dat een idee of een concept aanslaat en uitgroeit tot een zakelijk succes. Het hoe en het waarom daarvan wordt achteraf zakelijk verklaard, maar geloof me: die uitleg slaat doorgaans nergens op. De geschiedenis wordt gewoon netjes op maat herschreven.”

Het loopt als een rode draad door uw boek: geluk, buikgevoel en toeval zijn doorslaggevend in het succes van heel wat technologiebedrijven.

Martinez: “In Silicon Valley wordt hetzelfde sprookje telkens opnieuw verspreid, en bij 99 procent van de bevolking gaat het er ook in als zoete koek. Dat begint met een briljante leider die een fantastische technologische innovatie verzint en die na enkele jaren schijnbaar moeiteloos vertaalt in een gigantisch succesverhaal. Lulkoek uiteraard, maar al wie in Silicon Valley werkt, slooft zich uit om dat sprookje levendig te houden. In werkelijkheid mislukt minstens 90 procent van de nieuwe diensten en producten die daar worden gelanceerd, zelfs als de mensen achter die bedrijven schitterende ideeën hebben.”

Anderzijds kun je er moeilijk omheen dat Silicon Valley het voorbije decennium verantwoordelijk was voor heel veel succesvolle innovaties en dat heel wat mensen daar in korte tijd steenrijk zijn geworden.

Martinez: “Dat klopt, maar je moet dieper graven. De meerderheid van die bedrijven – ook Facebook – heeft zijn succes vooral te danken aan het model dat ze in hun beginjaren omhelsden. Ze boden jonge mensen die er 200 procent voor wilden gaan – zoals ik tien jaar geleden – de kans met de gekste ideeën aan de slag te gaan en daar succesvolle business uit te puren. Dat zijn heel lange werkdagen, heel veel slapeloze nachten en nog meer geluk, maar het werkt wel bijzonder inspirerend. Zeker voor jonge geeks die niets te verliezen hebben en die hopen dat ze binnen enkele jaren ook een luxepenthouse, een Porsche Cayenne op de oprit of een boot in de baai hebben.

“Neem de ontwikkeling van Facebook-video. Die gebeurde haast per ongeluk. Sterker nog, Mark Zuckerberg vond het een totaal onzinnig idee, maar de ontwikkelaars sloten zichzelf enkele dagen op in een vergaderzaal en zetten door. Vandaag is Facebook-video na YouTube de meest succesvolle online-videotoepassing. Maar die toepassing zou er nooit zijn gekomen als de ontwikkelaars niet hadden kunnen terugvallen op die enorme machine en de batterij aan ingenieurs van Facebook. Bovendien waren ze ook koppig en ambitieus genoeg om het zaakje toch te lanceren, tegen de wil van de grote baas in.”

Waar zit het grootste verschil tussen de technologiereuzen in Silicon Valley en de traditionelere bedrijven in de Verenigde Staten?

Martinez: “Het verschil zit vaak in de impact van de beslissingen die in Silicon Valley worden genomen en in de manier waarop ze tot stand komen. Nieuwe Google- of Facebook-toepassingen hebben een impact op honderden miljoenen mensen. Ze zijn heel zichtbaar. Daarnaast heb ik vaak vastgesteld dat de echte toppers bij Facebook, zoals Mark Zuckerberg en Sheryl Sandberg, vaak geen weet hadden van veelbelovende innovaties. Niet zelden kwam een 24-jarige productmanager, omringd door een handvol eigenzinnige ingenieurs, plots met iets nieuws op de proppen. Zo’n scenario lijkt me onwaarschijnlijk bij pakweg Ford. Dat is misschien maar goed ook: bij Ford ontwikkelen ze producten waar je leven van kan afhangen, Facebook werd ooit ontwikkeld om de meiden op Stanford met elkaar te vergelijken (lacht). Alleen is Facebook vandaag wel haast 400 miljard dollar waard, een veelvoud van Ford. Je kunt je de vraag stellen welk model op termijn het grootste potentieel heeft.”

Het leven in Silicon Valley, dat u in uw boek beschrijft, staat mijlenver af van het romantische ondernemersbeeld dat we hier vaak koesteren.

Martinez: “Dit is de voornaamste les die ik heb geleerd: de persoonlijke offers die je moet brengen is het haast nooit waard. De meeste aspirant-ondernemers mislukken gewoon. Dat is de essentie van het model: the winner takes it all. En wie wint, schept hopen poen. Dat vooruitzicht volstaat nog altijd om tienduizenden getalenteerde mensen zo ver te krijgen jarenlang alles op te geven, in de hoop deel uit te maken van dat beperkte kransje winnaars. Wie vandaag in het middenkader aan de slag is voor Google of Twitter, verdient goed z’n boterham, maar zal zich nooit een mooi huis in San Francisco kunnen veroorloven. Vaak is het ook een kwestie van timing. Wie op het juiste moment aan boord komt bij zo’n start-up, en ook op tijd vertrekt, is doorgaans het beste af. Vaak heeft die persoon dan ook voldoende centen en contacten om een bedrijfje op te starten, waarmee hij dan echt rijk kan worden.”

Is Silicon Valley de perfecte illustratie of een laatste stuiptrekking van the American dream?

Martinez: “Al tijdens de eerste technologieboom, in de jaren negentig, kwam een soort goldrush op gang van de oostkust richting San Francisco Bay. Maar toen kon je in New York of Washington DC nog aardig carrière maken. Enkele jaren later volgde de crash van heel wat technologiebedrijven, en de grote ontnuchtering. Vandaag liggen de kaarten enigszins anders, omdat de traditionele Amerikaanse economie de voorbije jaren enorme klappen heeft gekregen en Silicon Valley zowat het laatste toevluchtsoord is geworden voor wie die American dream nog koestert. Wie voldoende talent en diploma’s heeft, haast zich nu van de oostkust naar Californië in de hoop daar gigantisch veel poen te scheppen in de technologiesector. Ik heb de voorbije vijf jaar meermaals gedacht dat de top nu echt wel bereikt was, tot er twee dagen later nog maar eens een waanzinnig bedrag neergeteld werd voor een kleine start-up. Is dat nu een laatste stuiptrekking? Ik durf het niet te beweren.”

Giganten als Google en Facebook kochten de voorbije jaren stelselmatig elke nieuwkomer op die enigszins het potentieel had om aan hun winstmodel te knabbelen, zoals Instagram of WhatsApp. Vindt u het verontrustend dat een handvol bedrijven zo machtig en rijk is geworden dat de concurrentie geen kans meer maakt?

Martinez: “Ik heb altijd beweerd dat het succes en de groei van Facebook zullen aanhouden tot Zuckerberg iemand tegenkomt die even maniakaal, gedreven en visionair is. Maar we moeten niet denken dat het altijd en alleen maar om geld draait. Europeanen zijn op dat gebied vaak iets te cynisch. Zuckerberg, en met hem heel wat andere ondernemers hier, onderneemt echt vanuit een bepaalde missie, een levensdoel. Uiteraard willen ze ook veel geld verdienen, maar ik maak me niet zoveel zorgen om de positie die ze hebben verworven.”

Is het nog altijd een goed idee om op de technologiesector te mikken als je snel rijk wil worden?

Martinez: “Ik vrees van niet, toch niet als je vooral uit bent op snel geldgewin. Zelfs in Silicon Valley lopen de meeste startende technologieondernemers gewoon met hun neus tegen de muur. Terwijl hier veel meer durfkapitaal beschikbaar is en ondernemen haast een industrie is geworden, waarbij je een strikt schema volgt. Je hebt een idee, stapt naar een incubator, haalt voldoende centen op en hoopt dat je product wordt opgepikt. Wil je jezelf testen, alle aspecten van het zakendoen leren kennen – van centen ophalen over marketing tot verkoop – en loop je al jarenlang met een obsessief idee rond, dan moet je ervoor gaan. En blijven proberen. Maar geloof me: als geld je enige drijfveer is, dan zijn er veel betere alternatieven. Op dat gebied is the American dream op sterven na dood, al biedt Silicon Valley je wellicht nog de mooiste kansen.”

Dat is weinig bemoedigend voor al die Europese regio’s en politici die in hun achtertuin een eigen Silicon Valley zien ontstaan.

Martinez: “Inderdaad. Ik vrees dat Silicon Valley bijna nergens ter wereld kan worden overgedaan. De omstandigheden hier zijn behoorlijk uniek. We zitten aan de vierde generatie ondernemers. Mensen die op een hoop centen zitten en dat geld, in tegenstelling tot de meeste Europese ondernemers, telkens opnieuw in nieuwe technologiebedrijven willen investeren. En dus niet in meer tijd of levenskwaliteit, of in een fraai landhuis in Frankrijk. Daarmee wil ik niet zeggen dat de levenskwaliteit in Europa niet goed is. Integendeel, want het privéleven van al die ambitieuze jonge snaken in the Valley stelt niet veel voor. Alleen zijn Europeanen gewoon niet in dezelfde mate besmet door het kapitalisme als Amerikanen. Het is het verhaal van de kip en het ei: in Europa zijn er relatief weinig succesvolle start-ups. Daardoor zijn er ook weinig businessangels en durfkapitaal.

“Ik zie ook nog een tweede hinderpaal in Europa. De Europese Unie is nog altijd niet één grote markt. Dat maakt het voor een starter veel lastiger dan in de Verenigde Staten, waar je meteen een markt van ruim 300 miljoen mensen kan aanboren. Maar laat dat jullie vooral niet ontmoedigen. Ik bracht onlangs enkele maanden door in Barcelona. Met het ecosysteem dat daar ontstaan is, gaat het stilaan de goede weg op.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content