We wisten het al nadat we honderd meter hadden gereden in de nieuwe XC60: dit klopt als een bus. Dat gevoel is moeilijk te verwoorden. Een heel homogeengevoel, van de rijhouding tot het rijgevoel. De XC60 is een van de aangenaamste Volvo’s waarmee we hebben gereden. Dat hadden we kunnen verwachten. De XC60 is eigenlijk een kortere versie van de grote XC90, waarvan we al vonden dat die heel goed spoorde. De XC60 staat op hetzelfde platform als zijn grote broer. Door die compactere afmetingen biedt hij vooral in de benzineversies een dynamischer rijgevoel, dat niets afdoet aan het aanzienlijke comfort.
Aan bijna alles merk je dat Volvo voor zijn internationaal best verkopende model niet over een nacht ijs is gegaan. De afwerking van het interieur is van het hoogste niveau dat we ooit proefden bij de Zweedse constructeur. En het vernieuwde multimediasysteem is een verademing in vergelijking met de hersenbreker die de vorige generatie was. De rij-assistentie trekt uiteraard de lijn door die de V90 en XC90 hadden getrokken: ook hier is halfautomatisch rijden heel eenvoudig met de functie Pilot Assist. Die laat de XC60 automatisch remmen, versnellen en sturen op wegen met een goede markering. Het is allemaal heel eenvoudig in te schakelen met een druk op de knop, en daarna volstaat het dat je het stuur heel lichtjes vasthoudt. De functie City Safety, die bij een nakende botsing automatisch remt, kan nu ook zelf bijsturen om de gevolgen van een botsing zo goed mogelijk te beperken.
Onder de motorkap houdt Volvo consequent vast aan het beleid dat het een paar jaar geleden heeft uitgestippeld: het zou voortaan alleen nog viercilinders bouwen en evolueren naar elektrificatie. Alle motoren van de XC60 zijn tweeliters en vanaf de lancering was er ook meteen een plug-inhybride beschikbaar, met een normemissie van slechts 49 gram CO2 per kilometer. We reden met de T5, een benzinemotor van 250 paarden, en vonden die tegelijk romig en krachtig.
Met de XC60 bewijst Volvo meer dan ooit dat het een volwaardig premiummerk is. Dat blijkt helaas ook uit het prijskaartje – het grootste euvel van dit model: reken al snel op 50.000 euro. Volgend jaar komt er een instapversie met de minst krachtige diesel, de D3. Wellicht krijgt die ook een lagere instapprijs.
JO BOSSUYT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier