‘Waarom moet het altijd meer en beter?’

CHRISTOPHE VAN GERREWEY "Je moet mensen het recht gunnen ontevreden te zijn." © FRANKY VERDICKT

Terwijl hij ziet dat collega’s in andere sectoren onderlinge concurrenten worden, merkt auteur Christophe Van Gerrewey het omgekeerde in de schrijfbranche. “Schrijvers streven naar een soort collegialiteit, precies omdat het moeilijke tijden zijn.” Maar dat is buiten Van Gerrewey zelf gerekend.

Noem het de kindvriendelijke versie van een boksbal. De opblaasbare Nijntje in het appartement van Christophe Van Gerrewey (35) is er zo een die terugveert als je er een duw tegen geeft. Ze steekt af tegen de met boeken gevulde muur en blijft volgens de auteur verder ongebruikt. Zoals hij tijdens het gesprek lange tijd ietwat timide naar buiten kijkt, lijkt Van Gerrewey er ook de man niet naar om tikken uit te delen en zo zijn frustraties weg te slaan.

Op papier haalt hij bij momenten wel hard uit. Vorig jaar deed hij dat nog in een kritiek op de bestseller Het smelt van Lize Spit. “Een vriend vertelde me dat als je mijn naam intikt in Google, je sindsdien automatisch de suggestie ‘Het smelt’ te zien krijgt”, glimlacht hij. “Vrienden verwijten me wel vaker dat ik te snel afhaak zodra een boek het goed doet. Ze vinden dat ik eens moet proberen iets positiefs te schrijven over een populair werk.”

Toch kan Van Gerrewey het niet laten ook in zijn nieuwste boek Werk, werk, werk een plaagstootje uit te delen aan onder andere de bestsellerauteur Stefan Hertmans. Al fileert hij in zijn derde roman vooral de manier waarop mensen tegenwoordig hun baan moeten invullen. “Veel scènes die ik beschrijf, zijn gebaseerd op persoonlijk ervaringen”, vertelt hij. “Al zo’n drie à vier jaar merk ik dat vrienden, kennissen en ikzelf soms in de problemen komen door besparingen allerhande. Waarschijnlijk is het de financiële crisis die nog nazindert. Het is daardoor niet noodzakelijk moeilijker een baan te krijgen, maar wel die te houden.”

Van Gerrewey werkt ook als docent architectuurtheorie aan de École Polytechnique Fédérale de Lausanne, waarvoor hij tussen Gent en Zwitserland pendelt. Net zoals zijn nieuwe hoofdpersonage. En net zoals dat personage droomt Van Gerrewey soms van een ander professioneel leven. “Mijn leeftijdsgenoten en ik vinden wat we doen veel minder vanzelfsprekend dan vorige generaties. We vragen ons regelmatig af welke toekomst een baan eigenlijk biedt. Bouwen we bijvoorbeeld wel mee aan de samenleving? Zulke vragen zijn niet makkelijk te beantwoorden. Daardoor zijn er maar weinig mensen die dagelijks de indruk hebben dat hun baan voor honderd procent bij hen past.”

Moeten we dan opnieuw minder verwachten van een baan?

CHRISTOPHE VAN GERREWEY. “Je moet mensen het recht gunnen ontevreden te zijn, want het is heel moeilijk helder te beseffen of iets al dan niet terecht een probleem is. Zeker in tijden waarin je via Facebook je ontevredenheid zo gemakkelijk kunt ventileren. Het is alleen maar complexer geworden om in te zien of we verwend zijn, of dat er echt iets fundamenteels mis is. Toch heb ik het gevoel dat de kritiek van mijn leeftijdsgenoten vaak gerechtvaardigd is. Voor de generatie die volwassen werd in de jaren zestig en zeventig waren bepaalde zaken toch duidelijker. Al was het maar omdat bijvoorbeeld de verhalen over de pensioenvoorzieningen toen nog geen apocalyptische proporties kregen, zoals nu soms het geval is.

“Vroeger leek de nadruk ook minder op productie te liggen, terwijl bedrijven vandaag vaak kiezen voor een absurde groei. Het meest extreme voorbeeld is Facebook. Waarom moet dat bedrijf blijven groeien en door middel van advertenties zijn inkomsten nog verhogen, terwijl Mark Zuckerberg nooit lang genoeg kan leven om zijn geld op te krijgen? Dat is een soort logica die we vandaag te vanzelfsprekend vinden. Extra productie is nochtans niet altijd positief, kijk maar naar het boekenvak. Het is niet omdat er een nieuw boek verschijnt, dat dat ook noodzakelijk goed is. Soms is minder dus ook wel genoeg. Waarom moet het dan toch altijd meer, waarom moet het dan toch altijd beter?”

Een mogelijk antwoord is dat daardoor ook wel meer banen worden gecreëerd.

VAN GERREWEY. “Meer banen creëren is op zich niet waardevol. Het is natuurlijk een goede zaak dat het aantal banen toeneemt, maar daardoor wordt de kwaliteit van die banen wel uit het oog verloren. Neem de slogan ‘jobs, jobs, jobs’ van de regering-Michel. Veel van die jobs zijn halftijdse banen of flexi-jobs. Alleszins niet het soort banen waarvan je denkt dat je ze lang kan of zal doen. Terwijl mensen toch een baan willen die voldoende bevredigend is, die niet elk moment kan wegvallen en waarin ze een minimum aan zelfstandigheid hebben. Alleen wordt hen vandaag zo veel van buitenaf opgelegd. De manier waarop werknemers worden geëvalueerd, is bijvoorbeeld veranderd en professioneler geworden. Zelfs kleinere bedrijven doen tegenwoordig aan kwaliteitscontrole.”

Dat klinkt als iets om tevreden over te zijn.

VAN GERREWEY. “Je kunt daar blij om zijn omdat het bepaalde misbruiken en problemen lijkt uit te sluiten, maar die controles installeren – hoe onbewust ook – wel het idee dat je geen fouten mag maken zonder te worden bestraft. Je kunt je afvragen wie daar vooral bij wint. Dan blijkt het achterliggende idee toch opnieuw vooral dat het vlot lopen van de productie wordt vooropgesteld. Door het wantrouwen dat daarmee gepaard gaat, verliezen veel werknemers hun zelfstandigheid. Het resultaat is vooral angst, veeleer dan arbeidsvreugde.”

Spreekt u uit ervaring?

VAN GERREWEY. “Sinds ik in Zwitserland werk, merk ik nog meer hoe rijk dat land is. Alle domeinen van de samenleving profiteren daarvan, maar tegelijk worden heel wat middelen geïnvesteerd in bureaucratie en controlemechanismen. Soms heeft het bijna iets komisch als je daar als buitenlander mee wordt geconfronteerd, wanneer er bijvoorbeeld een afdeling internal affairs blijkt te bestaan die werknemers ‘tips’ geeft over hun woonsituatie, of wanneer je een dag lang letterlijk brandjes moet leren blussen. Maar je krijgt ook een beetje het gevoel dat je de hele tijd wordt bekeken, gecontroleerd of achternagezeten. Zeker omdat die controle wordt georganiseerd door mensen die in de bedrijfsstructuur net boven jou staan. Daardoor ontstaat een machtsverhouding die onderlinge strijd stimuleert. Het is een belangrijk thema in Werk werk werk: vriendschappen die onder druk komen te staan omdat mensen in een concurrentiepositie terechtkomen. Werkomstandigheden zijn dé fundamenten van alle menselijke relaties, veel meer dan identiteit of afkomst, zoals politici ons willen doen geloven. Ook het slagen van liefdesrelaties hangt er vaak mee samen.”

Merkt u dat ook de relaties tussen schrijvers onder druk staan?

VAN GERREWEY. “Schrijvers streven tegenwoordig net een soort collegialiteit na, precies omdat het moeilijke tijden zijn. Welke schrijvers je ook bij elkaar zet, ze vinden elkaars boek altijd goed.”

U bent net kritisch voor collega’s. In een poging hen uit de markt te spelen?

VAN GERREWEY. “Als je kritisch bent voor collega’s, ben je bijna automatisch schuldig aan het vermoeden dat je vecht om een positie op de marktplaats. Het toont dat commerciële logica onvermijdelijk is geworden. Terwijl ik die kritieken schrijf om te tonen dat sommige boeken niet alleen maar kwaliteiten hebben, om het eufemistisch uit te drukken. Zo maak ik ideeën zichtbaar die ook bij veel anderen leven, maar die door het collectieve enthousiasme niet aan de oppervlakte komen.

“Al moet ik toegeven dat ik soms ook verval in de competitieve logica, maar op een andere manier. Ik vraag me dan af of het niet beter is ofwel helemaal voor een academische carrière, ofwel voor het schrijverschap te kiezen. Om in een van de twee uit te blinken. Dat heeft te maken met ambitie en de hang naar erkenning, maar ik vind het op een mysterieuze manier ook heel aantrekkelijk zelf te vergroten wat ik heb. Ik heb vorig jaar daarom ook weleens betaald om meer mensen naar mijn Facebook-pagina te lokken. Een absurde bezigheid, als je erover nadenkt, maar zulke marketingprincipes appelleren nu eenmaal aan mensen. Iedereen wil graag populair zijn.”

Dus terwijl u Facebook en andere bedrijven verwijt dat ze hun productie verhogen, wilt en doet u gewoon hetzelfde?

VAN GERREWEY. “Ik ben niet heiliger dan de paus. Het is net omdat ik de aantrekkingskracht van die mechanismen begrijp dat ik ook wil weten hoe je er afstand van kunt nemen. Misschien is het ook daarom dat ik de voordelen van het combineren van twee banen zie. Volgens Karl Marx bestaat de ideale dag in de ideale maatschappij uit een opeenvolging van vissen, het land bewerken, een boek lezen, koken, naar het theater gaan en daar daarna een gesprek over voeren met vrienden. Dat soort extreme afwisseling ligt veel mensen meer dan de monofunctionele banen die vandaag de norm zijn.”

VAN GERREWEY. “Het hangt er maar van af hoe je succes definieert. Het idee dat je als schrijver zo snel mogelijk 100.000 exemplaren van een boek moet verkopen, is natuurlijk aantrekkelijk. Tegelijk begrijp ik niet goed waar dat idee vandaan komt. Veel klassieke auteurs – Kafka bijvoorbeeld – waren zich bewust van de paradoxen van succes. Bij zo’n bestseller gaat vaak ook heel wat verloren. Moet een boek niet ook wrijving, ergernis of onduidelijkheid veroorzaken? Oorlog en terpentijn van Hertmans heeft bijvoorbeeld een direct verband met hemzelf. In zijn vorige boeken was die link dubbelzinniger en spannender.”

Zegt de man die net een boek uitbrengt dat op persoonlijke ervaringen is gebaseerd.

VAN GERREWEY. “Dat klopt, maar ik lever niet de directe bewijzen, zoals Hertmans wel deed met de schriftjes van zijn grootvader. Ik denk dat mijn positie vooral samenhangt met de wens een soort van biodiversiteit aan schrijvers in stand te houden. Net zoals je verschillende soorten vogels hebt, moet het toch ook mogelijk zijn verschillende soorten schrijvers te hebben? Stel bijvoorbeeld dat je als schrijver de vraag krijgt deel te nemen aan De slimste mens ter wereld…”

Wat Herman Brusselmans u in een column aanraadde om meer boeken te verkopen.

VAN GERREWEY. “Hij heeft een punt, maar je kunt ook stellen dat een schrijver iemand moet blijven die aandacht krijgt door zijn boeken. Dat is een romantische gedachte, en waarschijnlijk slaag ik daar zelf niet meer in. Iedereen wordt geconfronteerd met de vraag of het niet beter zou zijn afscheid te nemen van gewoontes en principes. Ik heb bijvoorbeeld altijd gezegd dat het beter is boeken en platen niet online te kopen, anders verdwijnen lokale winkels. Daar ben ik nog altijd van overtuigd, maar ik zie wel dat het soms goedkoper en handiger is een boek online te bestellen. Moet ik dan vasthouden aan bepaalde overtuigingen, of moet ik toegeven dat sommige evoluties onontkoombaar zijn? Het is een lastige strijd.”

Uw hoofdpersonage vraagt zich op zo’n moment af of zijn gesprekspartner een oude zeur of een cultuurpessimist is geworden. Wat bent u?

VAN GERREWEY. “Een cultuurpessimist is uiteindelijk een oude zeur” (lacht).

Christophe Van Gerrewey, Werk, werk, werk, Polis, 240 blz., 19,99 euro

SJOUKJE SMEDTS, FOTOGRAFIE FRANKY VERDICKT

“Meer banen creëren is op zich niet waardevol. De kwaliteit van die banen wordt uit het oog verloren”

“Werkomstandigheden zijn dé fundamenten van alle menselijke relaties”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content